Terug in Genua voor het eerst in vijfentwintig jaar, om de begrafenis bij te wonen van zijn beste vriend uit toen hij opgroeide, wordt Luca herenigd met de oude bende van weleer. Ze zijn er allemaal zeker van dat de betreurde het over zichzelf had afgeroepen, met zijn losbandige levensstijl. Luca niet: hij wil weten, onderzoeken, begrijpen. Hij doorzoekt zijn geheugen, in een stad die net zo veranderd is als hijzelf, terwijl personages en situaties als geesten weer opduiken uit een begraven verleden, samen met Luca's eigen ware aard, die hij dacht definitief te hebben getemd.