Net na zijn 21ste verjaardag gaat Bill in Vietnam vechten als lid van de Australische strijdkrachten. Hij zit in de Special Air Services, een professionele elite-eenheid die neerkijkt op de 'Nashos', de soldaten met dienstplicht. Bill zijn beste vriend is de joviale, oudere Harry, een innemende cynicus. De rest van 'de bende' zijn Rogers, Dawson, Scott en later ook Bung, allen jonge mannen die echt geloven dat zij voor hun vaderland vechten. Het dagelijkse leven in het kamp bestaat uit regen, bier, kaarten en slecht eten, enkel onderbroken door de sporadische opwinding van terreur tijdens de junglepatrouilles. Hun geluk begint echter te dalen naarmate hun 'tour' vordert en dit na een reeks van schermutselingen met de vijand. Naarmate het aantal slachtoffers in eigen rangen stijgt, telt Bill de dagen af tot hij terug naar huis kan.