1981. De twintigjarige Barry (Devon Terrell) komt aan in New York City waar de competentiestrijd doordringt in alle milieus; van basketball veldjes tot op de universiteitscampus waar hij met de politie in aanraking komt tijdens de eerste nacht. Hij begint een blanke vrouw te daten uit zijn klas bij de studie politicologie op Columbia University. Hij bezoekt een feest bij een sociale huurwoning complex in Harlem. Met zijn afkomst - een Keniaanse vader en zijn in Kansas geboren moeder - zou Barry in staat moeten zijn in te passen tussen de raciaal bepaalde kampen. In plaats daarvan voelt hij zich nergens thuis.