De vrouw van procureur Weynen, een topmagistraat, is dood aangetroffen bij haar thuis. Weynen beweert dat hij niet thuis was toen zijn vrouw een ongelukkige val maakte, maar de gerechtelijke politie besluit hem toch aan te klagen. Volgens Weynen is hij het slachtoffer van een vete: de GP wil zich wreken op hem omdat hij hen te streng behandelde. Of is de waarheid toch minder eenduidig dan de magistraat wil doen geloven?