Ergens diep in West-Vlaanderen, op een verkaveld stuk grond, wonen de gebroeders Persyn. Kunstgrassen-handelaar Willy en zijn vriendin Delphine, zijn werkloze broer Luk en diens vrouw Carine en de oudste van de drie, eenzaat Pol. Alles gaat zoals het gaat. Tot hun gezapige leventje overhoop wordt geschud wanneer de Afrikaanse vluchteling Innocent op een dag aan hun deur staat en er op rekent dat hij kan blijven.