Binnen een paar dagen spoelen de lichamen van twee knappe jonge meisjes aan op het strand van Kampen/Sylt. Een van hen, Christa Kassdorf, had onlangs regeringsdirecteur Warrlau, die op vakantie was op het eiland, ontmoet en gewaardeerd. Het is echter onwaarschijnlijk dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan haar dood, want toen ze verdronk, lag hij zwaar mishandeld in de kleine privékliniek van de eilanddokter Dr. Kühne. De andere dode vrouw, Manuela Borsdorf, was een goede vriendin van deze arts, maar had dezelfde kennissen als Christa Kassdorf: de broers Helmut en Karli Possky. Het duurt even voordat inspecteur Finke en zijn assistent Jessner erachter komen hoe het tweetal boeven, die meerdere strafbladen hebben, de twee meisjes voor zich liet werken