Pippi neemt Tommy en Annika mee naar een verlaten landschap bij de zee. Ze heeft voor hen allen een drakenvlieger gemaakt. Op haar eigen draak zet ze meneer Nilsson, zodat hij kan ervaren hoe het is om te vliegen als een vogel. Door de drakenvliegers krijgen ze het idee om Pippi een draak in een grot te laten spelen, die Tommy en Annika achterna zit. Ondertussen verdwijnt meneer Nilsson en zit er niet anders op dan hem te gaan zoeken.