Benjamin Meyer is op het toppunt van zijn roem, maar hij kan voor zijn broers niet verhullen hoe diep hij in de problemen zit. Hij wordt gemanipuleerd door topcriminelen en het Openbaar Ministerie dreigt zijn rol aan de kaak te stellen. Als ook de fiscus Benjamin dreigt aan te pakken, moeten zijn broers de maatschap redden door Benjamin eruit te zetten. Na deze nederlaag hoopt Benjamin zich te rehabiliteren, maar hij schoffeert de rechterlijke macht en beantwoordt kritiek op zijn beroepsfouten met dédain. Benjamin zal, net als Theo, uit de advocatuur worden gezet en ten slotte hangt Aron, zijn oudere broer, hetzelfde boven het hoofd. Matthias Meyer, aan het eind van zijn dagen, roept zijn zoons, alle vier, nog eenmaal bij elkaar: zijn maatschap mag te gronde zijn, zijn familie – als het erop aankomt het belangrijkste – is nog te redden.